De afscheidspraktijk

Het laatste doen we samen

Een uitvaartbegeleidster belt me. “Karin, ik heb je hulp als verlies- en rouwtherapeute nodig bij een familie die ik begeleid bij het afscheid nemen van vader en opa”.

Dezelfde middag ben ik bij de dochter van de overledene en haar gezin. Ze zijn nog vrij jong. Al snel wordt duidelijk dat haar ouders laat zijn getrouwd en zij enig kind is. Terwijl we spreken over het moment van afscheid en het overlijden van vader en opa en over de vormgeving van de uitvaart waar het gezin nu mee bezig is, merk ik dat de kleinzoon een norse houding heeft. Ik vraag hem met warmte en rust in mijn stem of hij misschien andere ideeën over de uitvaart heeft. “Mijn opa had niemand meer, alleen ons. Maar hoe kunnen wij nou een plechtigheid houden zonder gasten!”, barst hij los.

Emoties en gedachten

Met die ene zin geeft de kleinzoon een inkijkje in de verschillende gedachten en emoties die door hem heengaan. Ik zeg dit ook. En terwijl hij mij aankijkt, maak ik het in kleine brokken, waarbij ik begin bij de woorden waar hij de meeste lading aan gaf ‘opa had niemand meer’. We spreken over het moment waarop opa weduwnaar werd en hoe opa zijn leven daarna leefde. Wat zijn dochter en kleinkinderen voor hem hebben betekend, over de gevoelens van de kleinzoon dat hij meer voor opa had moeten doen. Al snel werd ik toehoorder terwijl het gezin met elkaar sprak over opa, wat zijn rol was in hun gezin en of ze in hun ogen genoeg voor hem hebben kunnen doen en gedaan. Zo nu en dan stuurde ik het gesprek wat bij.

Na een half uurtje breng ik het gesprek op de uitvaart en vraag ik of de uitvaartbegeleidster met hen gesproken heeft over een informeel samenzijn rond de kist in de familiekamer. “Is het een idee dat jullie alle vier een muziekstuk uitkiezen die een herinnering aan opa oproept en dat jullie alle vier wat op papier zetten om elkaar wat over die herinnering te vertellen?”

De uitvaart

Op verzoek van het gezin ben ik bij het afscheid in de familiekamer aanwezig. De kist staat in het midden. Er speelt muziek zacht op de achtergrond. De kaarsen branden. Ik laat de dochter en schoonzoon de, door henzelf geplukte, bloemen op de kist leggen. De beide kleinkinderen steken de kaarsen aan. We luisteren naar de herinneringen van zijn dochter en luisteren naar het door haar uitgekozen muziekstuk.

Ik let op de kleinzoon en zie op zijn gezicht een scala van emoties. Ik krijg het gevoel dat hij wat wil zeggen en moedig hem aan. In plaats van zijn voorbereide tekst, gooit hij er heftig uit dat zijn opa eigenlijk te oud geworden is. “Iedereen is al dood. Hij had niemand meer. Zat altijd maar alleen en kon niet eens meer lopen!” Tranen springen in zijn ogen. Hij draait zich naar zijn moeder. “Het spijt me mama, dat jij zoveel alleen hebt moeten doen voor opa en dat wij er veel te weinig zijn geweest.”

Samen

Ik sta op. “Ik laat jullie even alleen. Neem de tijd, dit is belangrijk.” Na een minuut of tien kom ik terug. Vier mensen kijken me dankbaar aan. De dochter staat bij de kist en zegt: “We willen graag nog naar een muziekstuk luisteren en mijn vader dan samen naar de ovenruimte brengen. Het laatste wat we voor hem kunnen doen, doen we samen!”
“Net als dat jullie er samen voor kunnen zorgen dat de herinneringen aan jullie vader en opa levend zullen blijven”, antwoord ik.